Poppendinsdag: Hazel, Ulle en Bodile : Wouter ( Zee-reis deel 5 )
Hazel, Ulle en Bodile gingen ongemerkt het huisje uit, waar Witje logeerde.
Ze wilden wat van de omgeving zien!
Hazel zag een stenen trap, waar zou dat uit komen?
De vriendjes liepen de stenen trap omhoog.
Ulle had het zwaar, hij liep niet vaak en zeker geen trappen. Hij was gewend om zijn vleugels te gebruiken.
Maar omdat het gezelliger is om samen te wandelen, liep Ulle dapper de trap op.
Boven aan de trap gekomen, zagen de vriendjes de zee liggen.
Zo snel als hun pootjes en benen konden lopen, gingen ze naar het strand.
Moe van het trappen lopen, ploften ze in het zand.
De vriendjes keken naar de zee. Wat was deze mooi en groot.
Ulle vond de windmolens in de zee niet zo mooi.
Hij keek om zich heen. Er lagen gelukkig geen naakten op het strand.
Opeens zag Ulle iemand lopen. Hij kon net niet zien wie het was.
De iemand kwam steeds dichterbij.
Hallo, ik ben Wouter zei de iemand.
Hazel vertelde aan Wouter wie zij zijn en dat ze hier op vakantie waren.
Wouter glimlachte en zei vrolijk: Zeeland is mooi om vakantie te houden!
Ik heb geen vakantie want ik ben boer.
Ulle keek Wouter aan, hij een boer?
Hij vroeg dan ook aan Wouter: Als jij boer bent, wat doe je dan op het strand?
Wouter zei lachend: als ik de koeien niet aan het melken of verzorgen ben, dan ben ik aan het vissen.
Bodile vroeg: welke soort vis heb je gevangen?
Mosselen zei boer Wouter vrolijk. Die ga ik vanavond koken en lekker eten met mijn vrouw.
Ulle keek vies, hij houdt niet van mosselen. Die smaken naar de zee.
Boer Wouter zag zijn gezicht en hij nodigde de vriendjes uit om bij hem koffie te drinken. Met iets lekkers erbij!
Dat vonden de vriendjes een goed idee en gingen met Wouter mee.
Reacties
Een reactie posten