Het grote kerstverhaal deel 1 : Ulle
Ulle, Hazel en Bodile sliepen in hun bedjes.
Opeens werd Ulle wakker. Hij keek om zich heen. Hij zag Hazel en Bodile lekker slapen in hun bedjes.
Zachtjes om hun niet wakker te maken, ging hij uit bed. Ulle maakte voor zichzelf een ontbijt klaar.
Terwijl hij rustig at, keek hij zijn kleine huis rond. Hij was tevreden met wat hij zag. Het huis was klein, maar groot genoeg voor met zijn drieën.
Ulle keek naar de kalender. Het was 24 december, vanavond is het Kerstavond!
Hij dacht: " Wat zou het leuk zijn, om in die hoek daar, een kerstboom te plaatsen. Een echte kerstboom met lichtjes en gekleurde ballen erin. Dan kunnen we vanavond onder de boom zitten en genieten van al het moois".
Op Ulle's gezicht verscheen een glimlach. Hij had een plannetje. Aan het rand van het grote bos, stond het kerstbomen bos. Daar konden alle bosbewoners een kerstboom uitgraven.
Als de bosbewoner de boom niet meer in huis wil, dan brengt hij hem terug in het kerstbomen bos. Daar kan de boom weer groeien en bloeien tot de volgende Kerst.
Ulle ging op pad. Het was vroeg, maar niet heel erg vroeg. Want bij de ingang van het kerstbomen bos stond een hele rij met bosbewoners. Iedereen wilde een mooie boom voor Kerstmis.
Ulle liep langs de rij om te kijken wie er waren. Hij zag meneer Eekhoorn van drie bomen verder. Mevrouw Wasbeer was er met een van haar kinderen ook. Maar ook in de rij stonden een van de vele kabouter families.
Het bos waarin Ulle woont is niet zomaar een bos, het is ook een sprookjesbos. Er wonen kabouters, heksen, elfen, prinsen, prinsessen en dieren samen in harmonie.
Ulle kwam niet vaak een sprookjesbos bewoner tegen, omdat hij in het gedeelte woonde waarin alleen maar dieren wonen.
Het kerstbomen bos was groot. Ulle zag mensen en dieren uit het bos komen met mooie bomen. De ene groter dan de anderen. Hij hoopte dat er nog een mooie boom voor hem zou staan.
Eindelijk mocht hij het bos in.
Ulle zag grote mooie bomen. Die waren te groot voor zijn huisje.
Opeens zag hij een klein mooi boompje staan.
Meneer Eekhoorn keek ernaar en schudde zijn hoofd, veel te klein! Daar kwam mevrouw Wasbeer met een van haar kinderen. Mama, mama, riep de kleine wasbeer. Deze boom is mooi!
Mevrouw Wasbeer schudde haar hoofd. Nee, die is te klein voor al jullie knutsels in te hangen! Je hebt 7 broertjes en 6 zusjes! We gaan verder kijken zei mevrouw Wasbeer.
Ook de kabouters en een prins liepen het kleine boompje voorbij. Ulle dacht dat hij het boompje zag huilen...
Ulle keek naar de andere bomen in het bos. Die waren veel te groot voor in het kleine knusse huisje van Ulle. Hij keek naar het kleine boompje. Ja die moest het worden.
Hij keek om zich heen of iemand een schep te leen had. Bij de ingang had hij een pot met aarde gekregen om de boom er in te doen.
Er liep een wolf langs met een kerstboom en een schep. Meneer Wolf ? vroeg Ulle, mag ik wat vragen?
Nee! gromde de wolf ik heb geen tijd. En de wolf liep gauw verder. Ulle gaf het niet op, iemand had wel een schep voor hem te leen.
Om de hoek kwam Meneer Eekhoorn, met een kerstboom. Hij had geen schep bij zich, want eekhoorns konden goed graven.
Ulle keek sip, hij had aan andere voorbijgangers gevraagd voor een schep. Maar niemand wilde hem te woord staan. Ze hadden het allemaal haast!
Meneer, meneer, riep een meisjes stem. Ulle keek om. Hij zag een klein elfje staan. Meneer de uil zei het elfje, wilt u die boom mee nemen? Het elfje wees naar de kleine kerstboom die Ulle graag in zijn huisje wilde hebben. Ja zei Ulle, maar ik heb geen schep.
Oh zei het elfje, mijn papa heeft wel een schep. Papa! papa! riep het elfje.
Daar kwam de elfenvader aan. Met moeder-elf en 5 andere elfen. Samen tilden ze een mooie boom.
Papa, vroeg het kleine elfje, wil jij voor meneer de uil die kleine kerstboom uitgraven?
Vader-elf keek naar de boom en pakte zijn schep en groef de boom uit. Hij zette de boom voor Ulle in de bak met aarde. Zo, meneer de Uil, fijne feestdagen!
Ulle was beduusd en zei Dank je wel meneer Elf, fijne feestdagen!
Dag meneer de Uil riepen de Elfjes en ze liepen verder met hun kerstboom.
Ulle kwam thuis met zijn mooie kerstboom. Hij zette hem in de hoek wat hij in gedachten had. Op zolder stond nog een doos met kerstboom versiering. Gauw pakte hij de doos en versierde de boom prachtig.
Opeens merkte hij dat het stil was in huis. Ulle zag geen Hazel en geen Bodile. Waar zijn ze?
Hij hoorde de deur dichtslaan. Bodile kwam de kamer binnen. Ze had gehuild zag Ulle. Hij liep naar haar toe en sloeg zijn korte vleugels om haar heen. Alles is goed lieve Bodile zei hij.
Bodile zei: Dank je wel Ulle. Ze zag de mooie kerstboom staan. Wat een mooie boom riep ze.
Ulle zei Dank je wel Bodile. Hij zag een tas bij haar voeten staan. Wat zit daarin Bodile, vroeg hij
Voordat Bodile kon antwoorden, ging de telefoon.
Ulle en Bodile keken elkaar aan. Wie zou dat zijn? Er belt haast niemand naar het huisje van Ulle.
Ulle nam op: Hallo met Ulle de Uil.
Opeens werd Ulle wakker. Hij keek om zich heen. Hij zag Hazel en Bodile lekker slapen in hun bedjes.
Zachtjes om hun niet wakker te maken, ging hij uit bed. Ulle maakte voor zichzelf een ontbijt klaar.
Terwijl hij rustig at, keek hij zijn kleine huis rond. Hij was tevreden met wat hij zag. Het huis was klein, maar groot genoeg voor met zijn drieën.
Ulle keek naar de kalender. Het was 24 december, vanavond is het Kerstavond!
Hij dacht: " Wat zou het leuk zijn, om in die hoek daar, een kerstboom te plaatsen. Een echte kerstboom met lichtjes en gekleurde ballen erin. Dan kunnen we vanavond onder de boom zitten en genieten van al het moois".
Op Ulle's gezicht verscheen een glimlach. Hij had een plannetje. Aan het rand van het grote bos, stond het kerstbomen bos. Daar konden alle bosbewoners een kerstboom uitgraven.
Als de bosbewoner de boom niet meer in huis wil, dan brengt hij hem terug in het kerstbomen bos. Daar kan de boom weer groeien en bloeien tot de volgende Kerst.
Ulle ging op pad. Het was vroeg, maar niet heel erg vroeg. Want bij de ingang van het kerstbomen bos stond een hele rij met bosbewoners. Iedereen wilde een mooie boom voor Kerstmis.
Ulle liep langs de rij om te kijken wie er waren. Hij zag meneer Eekhoorn van drie bomen verder. Mevrouw Wasbeer was er met een van haar kinderen ook. Maar ook in de rij stonden een van de vele kabouter families.
Het bos waarin Ulle woont is niet zomaar een bos, het is ook een sprookjesbos. Er wonen kabouters, heksen, elfen, prinsen, prinsessen en dieren samen in harmonie.
Ulle kwam niet vaak een sprookjesbos bewoner tegen, omdat hij in het gedeelte woonde waarin alleen maar dieren wonen.
Het kerstbomen bos was groot. Ulle zag mensen en dieren uit het bos komen met mooie bomen. De ene groter dan de anderen. Hij hoopte dat er nog een mooie boom voor hem zou staan.
Eindelijk mocht hij het bos in.
Ulle zag grote mooie bomen. Die waren te groot voor zijn huisje.
Opeens zag hij een klein mooi boompje staan.
Meneer Eekhoorn keek ernaar en schudde zijn hoofd, veel te klein! Daar kwam mevrouw Wasbeer met een van haar kinderen. Mama, mama, riep de kleine wasbeer. Deze boom is mooi!
Mevrouw Wasbeer schudde haar hoofd. Nee, die is te klein voor al jullie knutsels in te hangen! Je hebt 7 broertjes en 6 zusjes! We gaan verder kijken zei mevrouw Wasbeer.
Ook de kabouters en een prins liepen het kleine boompje voorbij. Ulle dacht dat hij het boompje zag huilen...
Ulle keek naar de andere bomen in het bos. Die waren veel te groot voor in het kleine knusse huisje van Ulle. Hij keek naar het kleine boompje. Ja die moest het worden.
Hij keek om zich heen of iemand een schep te leen had. Bij de ingang had hij een pot met aarde gekregen om de boom er in te doen.
Er liep een wolf langs met een kerstboom en een schep. Meneer Wolf ? vroeg Ulle, mag ik wat vragen?
Nee! gromde de wolf ik heb geen tijd. En de wolf liep gauw verder. Ulle gaf het niet op, iemand had wel een schep voor hem te leen.
Om de hoek kwam Meneer Eekhoorn, met een kerstboom. Hij had geen schep bij zich, want eekhoorns konden goed graven.
Ulle keek sip, hij had aan andere voorbijgangers gevraagd voor een schep. Maar niemand wilde hem te woord staan. Ze hadden het allemaal haast!
Meneer, meneer, riep een meisjes stem. Ulle keek om. Hij zag een klein elfje staan. Meneer de uil zei het elfje, wilt u die boom mee nemen? Het elfje wees naar de kleine kerstboom die Ulle graag in zijn huisje wilde hebben. Ja zei Ulle, maar ik heb geen schep.
Oh zei het elfje, mijn papa heeft wel een schep. Papa! papa! riep het elfje.
Daar kwam de elfenvader aan. Met moeder-elf en 5 andere elfen. Samen tilden ze een mooie boom.
Papa, vroeg het kleine elfje, wil jij voor meneer de uil die kleine kerstboom uitgraven?
Vader-elf keek naar de boom en pakte zijn schep en groef de boom uit. Hij zette de boom voor Ulle in de bak met aarde. Zo, meneer de Uil, fijne feestdagen!
Ulle was beduusd en zei Dank je wel meneer Elf, fijne feestdagen!
Dag meneer de Uil riepen de Elfjes en ze liepen verder met hun kerstboom.
Ulle kwam thuis met zijn mooie kerstboom. Hij zette hem in de hoek wat hij in gedachten had. Op zolder stond nog een doos met kerstboom versiering. Gauw pakte hij de doos en versierde de boom prachtig.
Opeens merkte hij dat het stil was in huis. Ulle zag geen Hazel en geen Bodile. Waar zijn ze?
Hij hoorde de deur dichtslaan. Bodile kwam de kamer binnen. Ze had gehuild zag Ulle. Hij liep naar haar toe en sloeg zijn korte vleugels om haar heen. Alles is goed lieve Bodile zei hij.
Bodile zei: Dank je wel Ulle. Ze zag de mooie kerstboom staan. Wat een mooie boom riep ze.
Ulle zei Dank je wel Bodile. Hij zag een tas bij haar voeten staan. Wat zit daarin Bodile, vroeg hij
Voordat Bodile kon antwoorden, ging de telefoon.
Ulle en Bodile keken elkaar aan. Wie zou dat zijn? Er belt haast niemand naar het huisje van Ulle.
Ulle nam op: Hallo met Ulle de Uil.
Wat een mooi en gezellig verhaal! Ik ben benieuwd naar het vervolg, spannend hoor! :-)
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, Marijke