Poppendinsdag: De Bosreis deel 8

 Hazel, Ulle en Bodile gaan deze zomer op Bosreis. Ze reizen in eigen bos en maken gebruik van Boterhambed/ Bosbed -adressen. Voor een karweitje mogen ze blijven slapen en eten. En in de ochtend krijgen ze een ontbijt.

Hazel rustte uit in de boom.

Ze was moe van het lopen in het bos. Ze liepen nu al uren naar een slaapplaats.

Gisteren sliepen ze bij Victor de Vos. Vandaag zouden ze bij meneer Specht logeren.

Maar die was onverwacht op vakantie.

Gelukkig wist Bodile een slaap plek. Die was alleen iets verder dan het huisje van Victor.

Hazel zat in de boom en zag dat het bos van Ulle erg mooi was!

Dat had ze nooit geweten.

Hazel was weer wat opgeknapt en ze liep weer verder met Bodile.

Ulle vloog boven hun, want hij wist niet waar de slaapplaats was.

Na een tijdje zagen ze een klein oud huisje.

Er zat een gat in het dak en de deur was ook kapot.

Woont hier wel iemand? dacht Ulle.

Maar daar kwam meneer de Wolf aan gelopen. Hij zei: Hallo vrienden! Leuk dat jullie komen.

Ulle was geland en bromde: vriend?

Hazel en Bodile gingen naar meneer de Wolf toe.

Waarom zijn het dak en de deur kapot? vroeg Hazel aan meneer de Wolf.

Meneer de Wolf keek naar de grond, hij schaamde voor zijn huis.

Hij vertelde heel zachtjes dat hij geen tijd had om zijn huis te repraren.

Hij rende altijd achter Roodkapje en de 7 geitjes aan. Dus had hij geen tijd om zijn huisje op te knappen.

Net goed zei Ulle hardop. Hij was dichterbij komen staan om te luisteren wat meneer de Wolf te vertellen had.

Bodile en Hazel werden boos op Ulle.

Niet zo onaardig doen Ulle! zei Hazel.

Meneer de Wolf wil zijn leven verbeteren en wil vegetariër worden zei Bodile.

Ulle bromde binnensmonds: eerst zien en dan geloven. Maar zei hardop: 

Sorry meneer de Wolf!

Bodile en Hazel besloten om als karwei het dak te repraren De herfst en de winter komt er aan. 

Het wordt koud en nat, en dan is een gat in het dak niet handig.

Ulle mocht de deur maken.

Hij kijkt verbaasd, ik een deur maken?

Ik heb twee linker vleugels.

Meneer de Wolf zei: ik ga je helpen Ulle.

Terwijl de dames het gat in het dak maakten,

hielp Ulle Meneer de Wolf.

Ulle gaf het gereedschap aan die meneer de Wolf nodig had.

Het dak was weer dicht en de deur was niet meer kapot.

Meneer de Wolf was blij, en maakte een grote pan groentesoep zonder vlees.

Iedereen vond het lekker, zelfs Ulle.

Het werd een gezellige avond.