Dag 251 : Poppendinsdag: De zeehond

Hazel, Ulle en Bodile waren onderweg naar huis. Het wintersport seizoen was voorbij.

Opeens zag Bodile een wasmand, midden op de weg. 

De vriendjes gingen kijken wat er met de wasmand aan de hand was. 

Er zat een zeehond in de wasmand!

Hazel vroeg aan de zeehond hoe hij heette.  De zeehond zei: Ik heet Otto, en ik ben op weg naar de zee. Het is namelijk zeehondendag vandaag en er is een groot feest in de zee!

Is dit de juiste bus naar de zee?

Ulle lachte, beste Otto dit is géén bus, maar een wasmand. 

Otto keek een beetje sip, hij was overtuigd dat hij in de bus zat. 

Ulle keek in zijn almanak, hij kon niets vinden over zeehondendag. Bodile probeerde stiekem mee te lezen in Ulle's almanak,  maar hij klapte het gauw dicht.

Hazel had intussen de bushalte gevonden. Zij vertelde aan Otto waar hij moest zijn.

De vriendjes gingen weer op weg naar huis. 

Ze zagen Otto wachten in het bushokje met een mondkapje op.

Ze zwaaide naar Otto! Dag, dag en veel plezier op het feestje!