Hazel's blog: Bijna Pasen
Ik ben
zenuwachtig…. Dit is mijn aller eerste blog. Ik hoop dat jullie het leuk vinden
wat ik schrijf.
Vandaag ben
ik naar het bos van Ulle gegaan. Daar zijn nu lammetjes en kipjes.
Het was heel
gezellig in het bos.
Ik zag dat
Esther een vraag voor me had. Namelijk wat mijn favoriete jaargetijden is.
Nou lieve
Esther, dat is de lente. In de lente komt alles tot bloei! En dan is mijn grote
verre neef er weer!
Ik hoor je
afvragen, wie is je grote verre neef dan?
De Paashaas natuurlijk!
Céline vertelde me dat ze ooit een
verhaal heeft geschreven over de Paashaas. Dat kan je straks nadat ik klaar ben
lezen!
Morgen is hier een feestje. Want André
en Célne vieren hun verjaardag! André was op 31 maart jarig en Céline is morgen
jarig! Hiep hiep hoera!
Allemaal lekkere hapjes, mmmmmm ik hou
er wel van!
Dit was het dan, mijn aller eerste
blog. Ik hoop dat ik het goed doe….?
Tot volgende week! Liefs Hazel.
Hier het verhaal:
Blacky en Beauty en de Paashaas
Het was lente in Nederland. Ook in het dorp waar Blacky en Beauty wonen. In
de tuin zag Beauty mooie bloemen. Er waren gele, paarse en hier en daar witte
bloemen. Blacky vond de bloemen ook mooi, maar hij vond het fijner dat hij nu
vaker naar buiten kon. In de winter had het gesneeuwd en geregend.
Het was nat en koud, daarom mochten Blacky en Beauty niet naar buiten. Maar
nu het lente is, schijnt de zon wat vaker en is het warmer dan in de winter.
Blacky en Beauty speelden overdag in de tuin. 's Avonds sliepen ze in huis,
vooral op het bed.
Op een avond waren Jasmijn en Thomas niet thuis. Blacky en Beauty waren
alleen thuis. Beauty speelde met een speelgoedmuis. Ze verstopte hem onder de
bank en liep weg. Plotseling rende ze onder de bank, pakte ze de muis met haar
poot en tikte hem weg. Ze speelde zo een hele tijd, todat Blacky haar riep.
"Beauty kom eens kijken! In de tuin loopt een konijn".
Beauty
rende naar Blacky, hij zat op de vensterbank naar de tuin de kijken. Beauty zag
het konijn in de tuin lopen. Het konijn had een mandje bij zich. In het mandje
lagen gekleurde eieren. Het konijn pakte een gekleurd ei uit de mand en
verstopte het ei in het gras. Blacky vond dit vreemd. Wie verstopt er nu
eieren? Beauty wist het ook niet, ze vond het raar dat er gekleurde eieren
waren. Een ei was toch wit? Het konijn was bijna klaar. Zijn mandje was bijna
leeg.
Blacky wilde weten weten wie het konijn was en waarom hij gekleurde eieren verstopte.
Hij keek of het raampje niet open stond. Nee die zat dicht. Blacky keek weer
naar buiten. Het konijn verstopte zijn laatste ei en ging lang uit op het gras
liggen. Snel Beauty zei Blacky kijk boven of er een raam open staat.
Beauty ging kijken maar alle ramen zaten dicht. Beauty rende weer naar
beneden. Blacky alle ramen zitten dicht.
Het konijn lag nog steeds in het gras. Beauty zei het kattenluikje! We
kunnen door het kattenluikje naar buiten.
Blacky rende door het kattenluikje, recht op het konijn af. Het konijn zag
een grote zwarte kater op hem af rennen. Hij was bang voor hem, hij pakte zijn
mandje en ging er gauw vandoor. Blacky doe nu rustig, hij is bang riep Beauty.
Blacky minderde vaart, het konijn keek achterom. Hij zag twee poezen die hem
langzaam volgde. Hij was nog steeds bang. Snel verstopte hij zich achter een
vuilnisbak.
Blacky en Beauty zagen niet dat het konijn zich had verstopt. Blacky zei nu
zijn we hem kwijt, ik zie het konijn niet meer. Beauty zei dat is je eigen
schuld, moet je maar niet zo wild op hem af rennen. Ik had wel willen weten
waarom hij gekleurde eieren verstopte in het gras zei Blacky. Het konijn achter
de vuilnisbak hoorde wat de poezen zeiden. Hij dacht : die poezen zijn
nieuwsgierig naar mij, ze willen me niet op eten. Mijn moeder had ongelijk.
Het konijn kroop langzaam achter de vuilnisbak vandaan. Zoeken jullie mij?
vroeg het konijn. Blacky schrok, hij had niet verwacht dat het konijn achter
hem stond. Beauty glimlachte naar het konijn. Ik ben geen konijn, maar een
haas, zei het konijn.
Sorry meneer de haas zei Beauty. We wisten het niet. De haas glimlachte en
zei dat het niet erg was.
Blacky zei: waarom verstopt je gekleurde eieren, meneer de haas. De haas
moest lachten, ik ben geen meneer hoor, zeg maar paashaas. Oke zei Blacky. De
paashaas zei: ik wil jullie wel vertellen waarom ik eieren verstop en waarom ze
gekleurd zijn, maar hier niet. De vuilnisbak stinkt zo. Blacky en Beauty
moesten lachen. Beauty stelde voor om naar de tuin te gaan.
In de tuin stonden stoelen met een zacht kussen, daarop gingen de poezen en
de paashaas zitten.
De paashaas vertelde: Mijn moeder vertelde dit verhaal. Zij heeft het weer
van haar moeder gehoord, mijn oma. En mijn oma heeft het weer van haar moeder
gehoord en zij weer van haar moeder. Vroeger, een hele lange tijd geleden was
er een vogel. Deze vogel was erg stout. Hij speelde niet met andere vogels. Hij
plaagde ze. De vogel trok stiekem veren uit de andere vogels. Hij at alle
wormen op die de moeders brachtten, zodat de kleine vogels geen eten hadden.
Op een avond toen de stoute vogel weer een vogel wilde pesten, kwam er een
fee aan. De fee was erg boos op de stoute vogel. Ze betoverde hem. Een keer per
jaar veranderde de vogel voor een paar dagen in een haas. Hij moet dan helpen
met eieren verven in het hazen dorp. Als alle eieren geverfd zijn, verstopte de
vogel-haas deze in de tuinen en rondom de huizen van kinderen die lief zijn
geweest. Zodra de kinderen de eieren hadden gevonden, werd de vogel -haas weer
terug veranderd in een vogel. Zo ging het elk jaar.
Totdat de vogel-haas een lief haasje vond. Hij kreeg met haar kinderen, het
waren gewone hazen. De fee zag dat hij zijn leven had
verbeterd en lief was voor zijn hazen kinderen. De fee beloonde hem daarvoor.
Een van zijn kinderen werd de haas die op paas-avond eieren mocht verstoppen.
De paashaas. De fee gaf de paashaas een gouden vacht, die in het maanlicht te
zien was. Ze zorgde er ook voor dat de paashaas heel hard kon rennen. De
paashaas was onzichtbaar voor de mensen maar voor de dieren niet. De vogel-haas
mocht kiezen: voor altijd vogel zijn of haas. Hij koos voor altijd haas te
zijn. Hij hield veel van zijn kinderen. Mijn vader was ook de paashaas
geweest, totdat hij op een dag in een doorn stapte. Hij kreeg toen pijn in zijn
poot en kon er niet meer goed op lopen.
Ik mocht toen mijn vader helpen met eieren verven en verstoppen. Mijn vader
zag dat ik dat zo goed kon, dat hij op een avond zei: ga maar alleen, je kan
het!. Vanaf toen, ben ik de paashaas geworden.
Blacky was stil van dit verhaal. Beauty vroeg: waarom zijn er gekleurde
eieren? een ei is toch wit. De paashaas lachte, ja de eieren zijn wit als wij
die bij de kippen halen. Maar mijn broertjes en zusjes verven deze in mooie
lente kleuren. De eieren moeten wel makkelijk te vinden zijn in het gras!
Blacky was nieuwsgierig geworden naar het paashazen dorp. Hij vroeg: mag ik
mee naar jouw huis? De paashaas schudde zijn kop, nee dat mag niet. Geen enkel
dier mag in ons dorp komen. Alleen de dieren die daar wonen. Blacky vond het
jammer maar kon het ook begrijpen.
De paashaas keek naar de treurige snuit van Blacky. Weet je wat zei hij. Ik
ga een nieuw mandje halen en dan gaan we met zijn drieën deze verstoppen.
Blacky en Beauty vonden dat een leuk idee. De paashaas sprong van de stoel en
rende heel hard weg. Een paar minuten later kwam hij weer terug met een vol
mandje.
Kom Blacky en Beauty, we gaan zei de paashaas. De poezen volgden de
paashaas. Ze liepen door het dorp. Gaan we hier eieren verstoppen vroeg Beauty.
De paashaas schudde zijn hoofd, nee hier ben ik al geweest.
De paashaas liep naar een boerderij aan het rand van het dorp. Hier gaan we
eieren verstoppen zei hij.
Blacky keek naar het mandje met eieren. Hoe moest hij nu eieren verstoppen?
Als hij een ei pakte met zijn poten, dan zou hij omvallen. Hij loopt op vier
poten. Beauty vond het eng om een ei vast te pakken, straks prikt ze deze nog
lek met haar nageltjes. Ze keken de paashaas aan. Hoe moeten wij deze
verstoppen vroeg Blacky.
De paashaas lachte. Ik heb een idee. Beauty zoekt een mooi ei uit die ik ga
verstoppen. Blacky zoekt een goed verstop plaats en ik verstop het ei. De
poezen vonden dit een goed plan. Beauty keek in het mandje. Een mooi geel ei
lag daarin. Deze zei ze tegen de paashaas. De paashaas pakte het ei en ging
naar Blacky. Blacky had een goed verstop plek gevonden. Achter de grote boom in
de tuin. De haas legde het gele ei daar neer. De poezen hielpen de paashaas tot
het mandje leeg was. Zo zei de paashaas. Dit is het laatste mandje geweest. Ik
ga naar huis. Blacky en Beauty wilden ook naar huis, het was een lange avond
geweest. De paashaas bracht hun weer naar de tuin van Jasmijn en Thomas. In het
huis brande licht. Onze baasjes zijn thuis zei Blacky. We moeten gauw naar binnen
voordat ze ons gaan zoeken. De paashaas zei de poezen welterusten en pakte zijn
mand.
De poezen gingen door het kattenluikje naar binnen en zagen in het
maanlicht de gouden vacht van de paashaas.
De volgende morgen scheen de zon.
Jasmijn en Thomas gingen in de tuin eieren zoeken. Ze riepen: Blacky en
Beauty helpen jullie mee zoeken? Maar de poezen hadden geen zin. Ze hadden
genoeg eieren gezien.
Einde
Ja de lente is ook reuze fin en zal ik jou eens wat verklappen Hazel....hier morgen ook feest want.....ik was de 4e jarig en Berry de 20e dus wij vieren het ook morgen inclusief zon jeeeeej enne leuk je eerste blog kijk nu al uit naar volgende week! X Es
BeantwoordenVerwijderenfin=fijn
Verwijderenwens je een vrolijk Pasen, en gezellige en feestelijke verjaardagen. zonnige groeten uit Rio, Alice
BeantwoordenVerwijderen